DE BISSCHOPPELIJKE JUBILEUM SYNODE
VAN DE RUSSISCH-ORTHODOXE KERK

13-16 augustus, 2000, Moskou

DE GRONDSLAGEN VAN HET SOCIALE CONCEPT
VAN DE RUSSISCH-ORTHODOXE KERK



Vertaling: Vader Sergi Merks

XVI. Internationale betrekkingen, globalisering en secularisatie

XVI. 1. Volkeren en staten gaan met elkaar relaties aan op economisch, politiek en militair terrein. Als gevolg daarvan kunnen staten ontstaan of verdwijnen, hun grenzen wijzigen, zich samenvoegen of uit elkaar vallen, verschillende verbonden sluiten of verbreken etc. In de Heilige Schrift vinden we veel historisch materiaal over de vorming van internationale betrekkingen.

Een van de eerste voorbeelden van een inter-tribaal verdrag tussen een heerser van een land, Abimelek, en een vreemdeling, Abraham, wordt gegeven in het boek Genesis: “In die tijd zeide Abimelek, alsook zijn legeroverste Pikol, tot Abraham: God is met u in alles wat gij doet. Nu dan, zweer mij toch hier bij God, dat gij niet bedrieglijk met mij zult handelen, noch met mijn kroost, noch met mijn nageslacht; naar de vriendschap, die ik u betoond heb, zult gij mij en het land waarin gij als gast vertoeft, behandelen. En Abraham zeide: Ik zweer het... Toen nam Abraham schapen en runderen en gaf ze aan Abimelek, en die beiden sloten een verbond” (Gen. 21:22-24, 27). Verdragen maakten het gevaar voor oorlog en confrontaties kleiner (Gen. 26:26-31; Joz. 9:3-27). Soms voorkwamen onderhandelingen en blijken van goede wil bloedvergieten (1 Sam. 25:18-35; 2 Sam. 21:15-22). Verdragen beëindigden oorlogen (1 Kon. 20:26-34). De Bijbel noemt militaire verbonden (Gen. 14:13; Recht. 3:12-13; 1 Kon. 22:2-29; Jer. 37:5-7). Soms werd militaire steun verkregen door geld of andere materiële goederen (2 Kon. 16:7-9; 1 Kon. 15:17-20). De overeenkomst tussen Chiram en Salomo was in wezen een economisch verbond: “Gebied dan, dat men voor mij cederen van de Libanon velt, en laat mijn knechten uw knechten helpen, en het loon van uw knechten zal ik u geven geheel zoals gij het bepalen zult, want gij weet, dat onder ons niemand is, die zoveel verstand heeft van bomen vellen als de Sidoniërs... De Heer nu had Salomo wijsheid geschonken, zoals Hij hem had toegezegd. En er was vrede tussen Chiram en Salomo, en die beiden sloten een verbond” (1 Kon. 5:6, 12). Onderhandelingen door afgezanten werden gebruikt om zaken te regelen zoals het voorbijtrekken van gewapende personen over andermans land (Num. 20:14-17; 21:21-22) en twisten over grondgebied (Recht. 11:12-28). Verdragen konden ook betrekking hebben op de overdracht van land van het ene volk naar het andere (1 Kon. 9:10-12; 1 Kon. 20:34).

De Bijbel bevat ook beschrijvingen van diplomatieke listen waartoe men zijn toevlucht moest nemen om zich te beschermen tegen een sterke vijand (Joz. 9:3-27; 2 Sam. 15:32-37); 16:16-19; 17:1-16). Soms werd er vrede gekocht (2 Kon. 12:18) of werd er een schatting betaald. Inderdaad was oorlog een van de middelen om twisten en conflicten te beslechten en de boeken van het Oude Testament getuigen daar overvloedig van. Maar in de Heilige Schrift vinden we ook voorbeelden van onderhandelingen die tot doel hadden oorlogen te vermijden, nog voor ze dreigden uit te breken (2 Kon. 14:9-10). De praktijk van het tot overeenstemming komen in oudtestamentische tijden was gebaseerd op religieuze en morele principes. Zo werd zelfs een verdrag met de Gibeonieten, dat met bedrog tot stand was gekomen, als geldend beschouwd krachtens zijn geheiligde formule: “Wij hebben hun gezworen bij de Heer, de God van Israël; daarom kunnen wij hen niet aantasten” (Joz. 9:19). De Bijbel kent een verbod op het aangaan van verbintenissen met verdorven heidense stammen (Ex. 34:15). Maar de Hebreeën weken zo nu en dan wel eens af van dit gebod. Verschillende overeenkomsten en verbintenissen werden ook vaak verbroken.

Het Christelijke ideaal van het gedrag van een natie of overheid met betrekking tot internationale betrekkingen is gelegen in de Gulden Regel: “Alles nu wat gij wilt, dat u de mensen doen, doet gij hun ook aldus: want dit is de wet en de profeten” (Mat. 7:12). Met de toepassing van dit principe, niet slechts in het persoonlijke maar ook in het sociale leven, moeten Orthodoxe Christenen altijd voor ogen houden dat “God niet in de kracht, maar in de waarheid is”. Maar aan de andere kant, wanneer de gerechtigheid geweld wordt aangedaan, dan zijn vaak bepaalde en zelfs krachtige acties nodig tegen andere naties en staten om een en ander recht te zetten. Als gevolg van de menselijke natuur, die door de zonde is aangetast, hebben naties en staten onvermijdelijk verschillende belangen die ingegeven worden door het verlangen naar het bezit van grondgebied, het streven naar politiek en militair overwicht en het verkrijgen van een zo optimaal mogelijk profijt uit productie en handel. Daaruit voortspruitend stelt de noodzaak om medelandgenoten te beschermen, bepaalde beperkingen aan de bereidheid van het individu om zijn eigen interesses op te offeren ter wille van andere mensen. Toch worden Orthodoxe Christenen en hun gemeenschappen opgeroepen te streven naar zodanige internationale betrekkingen, die in de grootst mogelijke mate het welzijn en de rechtmatige belangen van het eigen volk, de naburige naties en het gehele menselijke geslacht bevorderen.

Betrekkingen tussen naties en staten moeten gericht zijn op vrede, wederzijdse hulp en samenwerking. De heilige Paulus drukt de Christenen op het hart: “Houdt zo mogelijk, voor zover het van u afhangt, vrede met alle mensen” (Rom. 12:18). De heilige Filaret van Moskou zegt in zijn rede ter gelegenheid van het vredesverdrag van 1856: “Laat ons de wet gedenken en de wil vervullen van de Goddelijke Vorst des Vredes om het kwade niet te gedenken, aanvallen te vergeven en in vrede te leven, zelfs met hen ‘die de vrede haten’ (Ps. 120:6), en des te meer met hen die een einde aan de vijandschap willen maken en een hand van vrede aanbieden”. Bewust van het feit dat internationale twisten en tegenstellingen onvermijdelijk zijn in een gevallen wereld, roept de Kerk alle regeringen op om conflicten op te lossen middels het zoeken naar wederzijds aanvaardbare besluiten. Zij identificeert zichzelf met de slachtoffers van agressie en ongeoorloofde en moreel ongerechtvaardigde politieke druk van buitenaf. Het gebruik van militair geweld wordt door de Kerk gezien als het laatste redmiddel in de verdediging tegen gewapende agressie van andere landen. Dit verweer kan ook aangewend worden wanneer men niet zelf wordt aangevallen, maar een ander land om hulp vraagt.

In hun betrekkingen met het buitenland baseren staten zich op de principes van soevereiniteit en territoriale integriteit. Deze principes worden door de Kerk beschouwd als basis voor de verdediging van de legitieme belangen van een volk en als hoeksteen van internationale verdragen, en daarmee van het gehele internationale recht. Maar tegelijkertijd is het voor het Christelijk bewustzijn duidelijk dat iedere menselijke verordening, inclusief de soevereine macht van een staat, relatief is ten opzichte van de Almachtige God. De geschiedenis heeft laten zien dat het bestaan, de grenzen en de vormen van staten veranderlijk zijn, omdat zij niet alleen gegrondvest zijn op territoriale en etnische gronden, maar ook op economische, politieke, militaire en dergelijke. Zonder het historisch belang van de mono-etnische staat te ontkennen, verwelkomt de Orthodoxe Kerk ook de vrijwillige unificatie van naties tot een enkele entiteit en het scheppen van multinationale staten, mits de rechten van de afzonderlijke volkeren geen geweld worden aangedaan. Maar we moeten ook toegeven dat er in de huidige wereld een zekere tegenstrijdigheid bestaat tussen de universeel aanvaarde principes van soevereiniteit en territoriale integriteit enerzijds, en het streven van een volk of een gedeelte daarvan naar onafhankelijkheid anderzijds. De discussies en conflicten die voortkomen uit deze tegenstrijdigheid moeten door middel van vreedzame middelen worden opgelost op basis van een dialoog en met de grootst mogelijke overeenstemming tussen de partijen. Er van uitgaande dat eenheid goed is en verdeeldheid slecht, verwelkomt de Kerk de tendens tot het zoeken van unificatie van landen en naties, met name die met een gemeenschappelijke historie en cultuur, zij het dat deze unificatie niet gericht mag zijn tegen een derde partij. De Kerk betreurt het wanneer door de deling van een multi-etnische staat de historische eenheid van volkeren geweld wordt aangedaan, hun rechten worden geschonden en leed hun deel wordt. De deling van een multinationale staat kan alleen gerechtvaardigd worden wanneer een van de volkeren duidelijk wordt onderdrukt of de meerderheid van het land geen absolute wil betoont tot het behouden van de eenheid.

De recente geschiedenis heeft laten zien dat de afscheiding van diverse staten in Eurazië een kunstmatige breuk heeft veroorzaakt tussen volkeren, families en economische gemeenschappen en geleid heeft tot een gedwongen verhuizing en het verjagen van verschillende etnische, religieuze en sociale groeperingen, waarmee zij ook hun heiligdommen zijn kwijtgeraakt. De poging om mono-nationale staten te scheppen op de ruïnes van bondgenootschappen heeft geleid tot bloedige interetnische conflicten, die Oost Europa op haar grondvesten heeft doen schudden.

In het licht van het bovengenoemde is het noodzakelijk de voordelen te erkennen van verbintenissen tussen staten, die tot doel hebben de krachten te bundelen op politiek en economisch gebied, om een gezamenlijke verdediging op te zetten tegen externe dreigingen en om de slachtoffers van agressie te helpen. De samenwerking tussen de staten op het gebied van economie en handel zou onder dezelfde ethische normen moeten vallen als de economische activiteiten van individuen en bedrijven. De interactie van naties en staten op dit gebied moeten gebaseerd zijn op eerlijkheid, rechtvaardigheid en het verlangen om de vruchten van de gezamenlijke arbeid ten goede te laten komen aan alle deelnemers (zie XVI. 3). Internationale samenwerking op cultureel, wetenschappelijk, educatief en informatief gebied wordt verwelkomd wanneer het is gebaseerd op de principes van gelijkheid en wederzijds respect en gericht is op de verrijking van de ervaring, kennis en creativiteit van iedere deelnemende natie.

XVI. 2. In de twintigste eeuw hebben multilaterale internationale overeenkomsten geleid tot het ontstaan van een veelomvattend systeem van internationaal recht dat bindend is voor de ondertekenaars van de verdragen. Er zijn ook internationale organisaties wier resoluties bindend zijn voor hun lidstaten. Sommige van deze organisaties zijn door hun regeringen gemachtigd invloed uit te oefenen op economisch, politiek en militair terrein, die zij niet alleen kunnen aanwenden in de internationale betrekkingen, maar ook in het binnenlands beleid van de naties. Wettelijke en politieke regionalisering en globalisering zijn een realiteit geworden.

Aan de ene kant helpt de ontwikkeling van internationale betrekkingen in deze richting om commerciële, industriële, militaire, politieke en andere samenwerkingsverbanden te versterken – een noodzakelijkheid die ingegeven wordt door de natuurlijke intensivering van de internationale betrekkingen en de noodzaak voor een gezamenlijk antwoord op de wereldomvattende uitdagingen van deze tijd. In de geschiedenis van de Orthodoxie zijn er voorbeelden bekend van de positieve invloed die de Kerk heeft uitgeoefend op de ontwikkeling van regionale internationale relaties. Internationale organisaties helpen bij het oplossen van verschillende geschillen en conflicten. Maar aan de andere kant mag men het gevaar van de discrepantie die kan ontstaan tussen de wil van het volk en de beslissingen van internationale organisaties niet onderschatten. Deze organisaties kunnen instrumenten worden voor een oneerlijke dominantie van sterkere over zwakkere landen, rijk over arm, de verder ontwikkelden op het gebied van technologie en informatica over de minder ontwikkelden. Zij kunnen ook een dubbele standaard hanteren met betrekking tot het internationale recht ten behoeve van de meer invloedrijke staten.

Dit alles dwingt de Orthodoxe Kerk tot een kritische en voorzichtige benadering van de wettelijke en politieke ontwikkelingen op internationaal gebied en roept de overheden op verantwoordelijkheid in acht te nemen, zowel op nationaal als op internationaal niveau. Ieder besluit met betrekking tot het ontwikkelen van een belangrijk internationaal verdrag en de bepaling van de positie van een land binnen een internationale organisatie moet genomen worden in overeenstemming met de wil van het volk, dat volledig en objectief geïnformeerd moet zijn over de aard en de consequenties van de voorgenomen beslissingen. In de uitvoering van een beleid waartoe men zich verplicht heeft middels een internationale overeenkomst, of in het geval van een optreden van een internationale organisatie, moeten de overheden de godsdienstige, culturele en andere identiteiten van hun landen en naties bewaren, evenals de rechtmatige belangen van hun staten. Binnen de internationale organisaties zelf is het noodzakelijk om de rechtsgelijkheid van soevereine staten te waarborgen als een uitgangspunt voor de besluitvorming en het recht op een beslissende stem, met name waar het gaat om de definiëring van fundamentele internationale maatstaven. Conflicterende situaties en onenigheden kunnen alleen opgelost worden met de deelneming en toestemming van alle partijen, wier essentiële belangen daarbij in ieder specifiek geval in het geding zijn. De keuze tot gedwongen besluiten zonder toestemming van een staat die daardoor direct wordt beïnvloed is alleen mogelijk in het geval van agressie en bloedbaden in het betreffende land.

In het besef van de noodzaak geestelijke en morele invloed uit te oefenen op het handelen van politieke leiders, met hen samen te werken, om bezorgdheid te tonen voor de behoeften van volkeren en individuen, gaat de Kerk de dialoog en de samenwerking aan met internationale organisaties. In dit proces toont zij voortdurend haar overtuiging van het absolute belang van geloof en spiritualiteit voor het werk, de beslissingen en wetgeving van de mens.

XVI. 3. De globalisering heeft niet alleen politieke en rechtskundige, maar ook economische en cultureel-informatieve dimensies. In de economie manifesteert zich dit in de verschijning van transnationale corporaties die aanzienlijke materiële en financiële middelen hebben vergaard en een enorm aantal mensen in verschillende landen in dienst hebben. Degenen die aan het hoofd staan van internationale economische en financiële structuren hebben in hun handen een grote macht geconcentreerd, buiten de controle van naties en zelfs overheden en zonder enige beperkingen, of het nu een nationale grens, een etnische en culturele identiteit of de noodzaak voor ecologische duurzaamheid en een demografische balans betreft. Soms weigeren zij rekening te houden met de gewoonten en religieuze tradities van de naties die betrokken zijn bij de uitvoering van hun plannen. De Kerk kan ook niet anders dan bezorgd zijn over de praktijk van financiële speculaties, die het principe van inkomen naar werk vernietigen. Een van de verschijningsvormen van dit soort speculaties zijn de “financiële piramides”, die wanneer zij ineenstorten op grote schaal een enorme ontreddering veroorzaken. In het algemeen resulteren dit soort veranderingen in de economie in het verlies van de invloed dat werk en de mens hebben op het kapitaal en de productiemiddelen.

Op het gebied van cultuur en informatie wordt de globalisering bepaald door de ontwikkeling van technologieën die de verplaatsing van mensen en goederen en het verkrijgen en verspreiden van informatie vergemakkelijken. Samenlevingen die vroeger door afstanden en grenzen werden gescheiden en daardoor overwegend homogeen waren, komen nu makkelijker met elkaar in contact en worden multicultureel. Dit proces echter ging vergezeld van pogingen van de rijke elite om de rest van het volk te domineren en van sommige culturen en wereldbeschouwingen om zich boven andere te stellen, wat met name onacceptabel is op het gebied van religie. Als resultaat daarvan is er een tendens ontstaan om een universele cultuur als enig mogelijke te poneren, die verstoken is van enige spiritualiteit en gebaseerd op de vrijheid van de gevallen mens, vrij van absolute waarden en een maatstaf van de waarheid. Een globalisering, die zich op deze wijze ontwikkelt, wordt door vele Christenen vergeleken met de bouw van de Toren van Babel.

Hoewel de Kerk de onvermijdelijkheid en natuurlijkheid van het globaliseringsproces erkent, die op vele manieren de communicatie, de verspreiding van informatie en het effectiever produceren en ondernemen bevordert, wil zij toch de aandacht vestigen op haar innerlijke tegenstrijdigheid en de daarmee gepaard gaande gevaren. Op de eerste plaats verandert de globalisering niet alleen de conventionele productiemethoden, maar ook de conventionele methoden van maatschappelijke ontwikkeling en machtsuitoefening. Op de tweede plaats komen de positieve vruchten van de globalisering slechts ten goede aan landen die een klein deel van de mensheid omvatten, maar een gelijksoortig economisch en politiek systeem hanteren. De andere landen, waartoe vijf-zesde van de wereldbevolking behoort, worden in de marges van de wereldbeschaving gedreven. Zij raken, opgezadeld met schulden, afhankelijk van de financiële magnaten van enkele industrieel ontwikkelde landen en zijn niet meer in staat om voor zichzelf een waardige levensstandaard te scheppen. Een toenemende ontevredenheid en ontgoocheling zijn daar het gevolg van.

De Kerk werpt de vraag op naar de noodzaak om een uitgebreide controle in te stellen naar internationale corporaties en de processen die plaats hebben in de financiële sector van de economie. Deze controle, die gericht is op het ondergeschikt maken van zakelijke en financiële activiteiten aan het belang van mensen en volkeren, zal uitgevoerd moeten worden met gebruikmaking van alle mogelijke mechanismen die maatschappelijk en staatkundig voorhanden zijn.

De spirituele en culturele expansie die leidt tot een totale unificatie, moet bestreden worden door de gezamenlijke inspanningen van de Kerk, de overheidsinstanties, de burgermaatschappij en internationale organisaties, om er voor te zorgen dat in de wereld een waarlijk onpartijdige en wederzijds verrijkende culturele en informatieve uitwisseling gehandhaafd blijft, gecombineerd met pogingen om de identiteit van naties en andere menselijke gemeenschappen te beschermen. Een van de manieren om dit te doen is voor alle landen en naties de toegang tot fundamentele technologische bronnen te garanderen die hen in staat stellen om wereldwijd informatie te verspreiden en te ontvangen. De Kerk wijst erop dat vele nationale culturen Christelijke wortels hebben. De volgelingen van Christus worden derhalve opgeroepen om de onderlinge verbondenheid van het geloof en de culture erfenis van naties te bevorderen en resoluut iedere manifestatie van anticultuur en commercialisering van het publieke domein, dat bestemd is voor informatieve en kunstzinnige doeleinden, te bestrijden.

In het algemeen vraagt de uitdaging van de globalisering om een adequaat antwoord van de hedendaagse maatschappij, dat gebaseerd moet zijn op de zorg voor een vreedzaam en waardig leven voor alle mensen, mede gericht op hun geestelijke vervolmaking. Bovendien moeten er pogingen worden ondernomen een wereldorde te scheppen, die gebaseerd is op de principes van gerechtigheid en de gelijkwaardigheid van de mens voor God en de uitsluiting van iedere vorm van onderdrukking van de vrije wil door de invloedscentra van de politiek, economie en informatie.

XVI. 4. Het hedendaagse internationale wettelijke systeem is gebaseerd op de prioriteit die wordt gegeven aan de belangen van het aardse leven van de mens en de menselijke gemeenschap boven religieuze waarden (met name in die gevallen wanneer het eerste in conflict komt met het laatste). Deze prioriteit is vastgelegd in de nationale wetgevingen van veel landen. Zij ligt ook vaak besloten in de grondbeginselen waardoor de verschillende activiteiten van de overheidsorganen, het openbare onderwijskundige systeem, etc. worden gereguleerd. Veel invloedrijke openbare mechanismen gebruiken hetzelfde principe in hun openlijke confrontatie met het geloof en de Kerk, met de bedoeling hen uit het publieke domein te verdringen. Deze manifestaties scheppen het algemene beeld van de secularisatie van het openbare en maatschappelijke leven.

Hoewel de Kerk het wereldbeeld van niet-religieuze personen en hun recht op maatschappelijke invloed respecteert, kan zij niet een wereldorde steunen die de menselijke persoonlijkheid, verduisterd door de zonde, in het centrum van alles plaatst. Dit is waarom de Kerk, hoewel altijd open voor samenwerking met mensen zonder religieuze overtuigingen, probeert op te komen voor de Christelijke waarden in het proces van besluitvorming bij de meest belangrijke publieke kwesties, zowel op nationaal als op internationaal niveau. Zij streeft naar de erkenning van de legaliteit van een religieus wereldbeeld als basis voor maatschappelijk belangrijke ontwikkelingen (ook als zij afkomstig zijn van de overheid) en als een essentiële factor in de invloed op de ontwikkeling (verbetering) van het internationale recht en het werk van internationale organisaties.

Het is de bedoeling dat ‘De Grondslagen van het Sociale Concept van de Russisch-Orthodoxe Kerk’ als leidraad dienen voor de Synodale instituties, bisdommen, kloosters, parochies en andere canonieke kerkelijke instellingen in hun betrekkingen met verschillende seculiere groeperingen en organisaties en de niet-kerkelijke massamedia. Dit document zal door de kerkelijke autoriteiten worden gebruikt om beslissingen te nemen over allerlei kwesties die van belang zijn in verschillende landen of binnen een beperkte tijdsperiode, als ook in zeer speciale persoonlijke aangelegenheden. Dit document zal toegevoegd worden aan het leerplan van de theologische opleidingen van het Moskous Patriarchaat. Wanneer toekomstige veranderingen in het publieke en maatschappelijke leven of nieuwe problemen die voor de Kerk van belang zijn het noodzakelijk maken, zullen de grondslagen van het sociale concept verder worden ontwikkeld en verbeterd. De resultaten van deze ontwikkelingen zullen bekrachtigd worden door de Heilige Synode en de lokale of bisschoppelijke Concilies.